Hoe de 4 functies van gedrag te identificeren?

Elk gedrag dat een individu vertoont, heeft altijd een doel of functie achter zich. Door de functie van het gedrag te identificeren, zal het helpen om proactieve en reactieve strategieën te ontwikkelen op basis van het probleemgedrag en het individu betere en geschikte manieren te leren om hun behoeften te communiceren op basis van die functie. Eerst zullen we moeten weten wat die functies zijn. Er zijn 4 functies van gedrag, die zijn:

• Toegang
• Ontsnappen
• Aandacht
• Zintuiglijk

Een manier waarop ik in staat ben om een gedragsfunctie te identificeren, is door te observeren wat er vóór het gedrag is gebeurd.

1. Toegang

In deze gedragsfunctie gedraagt het individu zich op een bepaalde manier om een voorkeursartikel, eetbaar of activiteit te krijgen. Bijvoorbeeld:

• Jij en het individu rijden terug naar huis en passeren bijna het favoriete fastfoodrestaurant van het individu. De persoon vraagt of je daar eten kunt kopen en je antwoordde: “Nee, we hebben thuis eten.” Na het horen van nee, schreeuwt en schreeuwt het individu.

In dit voorbeeld werd het individu de toegang tot zijn favoriete fastfood ontzegd, wat leidde tot zijn gedrag van schreeuwen en schreeuwen. Om te oefenen met het identificeren van de gedragsfunctie voor toegang, bekijkt u deze video.

2. Ontsnappen

In deze gedragsfunctie gedraagt het individu zich om weg te komen van het doen van een ongewenste activiteit of van interactie met een andere persoon. Bijvoorbeeld:

• Jij en het individu staan in de keuken en je vraagt het individu om de afwas weg te zetten. Na het horen van uw instructie rent het individu de keuken uit.

In dit voorbeeld, na het geven van de instructie om de gerechten weg te zetten, een ongewenste activiteit, leidde dit tot het gedrag van het individu om weg te rennen. Om te oefenen met het identificeren van de gedragsfunctie voor ontsnapping, bekijkt u deze video.

3. Aandacht

In deze gedragsfunctie gedraagt het individu zich op een bepaalde manier om sociale interactie of een reactie van andere mensen te krijgen. Bijvoorbeeld:

• Je bent aan de telefoon en voert een belangrijk gesprek. Je voelt iets op je rug slaan en draait je om om het individu een paar meter verderop te zien. Het individu merkt dat je kijkt, giechelt en kijkt naar je om.

In dit voorbeeld, als je aandacht op iets anders wordt gericht, leidt dit tot het gedrag van de persoon die een item gooit om je aandacht te trekken en te wachten op je reactie. Om te oefenen met het identificeren van de gedragsfunctie voor aandacht, bekijkt u deze video.

4. Zintuiglijk

In deze gedragsfunctie biedt de eigen beweging of acties van het individu een vorm van interne stimulatie voor hen. Met andere woorden, het is iets doen dat alleen maar goed voelt voor hen. Hier zijn twee voorbeelden van hoe zintuiglijk eruit kan zien:

• Het individu schommelt heen en weer.
• Het individu speelt en draait zijn haar.

In deze voorbeelden zien we dat sensorische stimulatie niet afhankelijk is van iets dat vooraf is gebeurd en iets is dat het individu doet dat hen op de een of andere manier behaagt.  Om te oefenen met het identificeren van de gedragsfunctie voor sensorisch, bekijkt u deze video.

5. Hoe het identificeren van de gedragsfunctie helpt

Hieronder ziet u hoe het identificeren van de functie kan helpen tijdens uw werk als gedragstechnicus:

• We werkten aan tafel en na het geven van een taakinstructie met een lage voorkeur die op het visuele bord stond, begon het individu gezichten te maken en rond te wiebelen in zijn stoel.

Wetende dat dit was nadat ik een lage voorkeursinstructie had gegeven, kon ik zien dat de gedragsfunctie van het individu ontsnappen was. Daarom heb ik de volgende strategieën gebruikt:

• Premack-principe
  • “Beantwoord eerst de laatste vraag, dan kun je de trampoline op”
• Ontsnappen aan uitsterven
  • Ik gaf geen toegang om te ontsnappen na dat gedrag en wachtte op de reactie
• Wordt gevraagd
  • Ik wees terug naar het bestuur
• Vervolg
• Ik volgde de instructie op. Zo leerde mijn cliënt dat het maken van gezichten niet leidt tot ontsnapping.