Wanneer je voor het eerst je cliënt ontmoet, is het belangrijk om je eerst te concentreren op ‘pairing.’ Dat betekent dat de cliënt via jou toegang heeft tot voorkeursactiviteiten (en niet vrije toegang). Wanneer je jezelf met succes hebt ‘gepaird’, zal de cliënt gemotiveerd raken om je voorbeeld te volgen en je te zien als de leuke persoon elke keer dat ze je zien. ‘Pairing’ is erg belangrijk om ‘instructional control’ tot stand te brengen en te behouden. Maar hoe koppel je jezelf succesvol? Voor deze techniek zijn hier de top 3 tips voor een succesvolle ‘pairing’:
1. Laat de cliënt zien dat je leuk bent!
Als dit de eerste keer is dat je je cliënt ontmoet, is de eerste sessie het opbouwen van een verstandhouding, het leren kennen van de cliënt en leren wat hij/zij leuk vindt. Tijdens die eerste sessie draait het allemaal om plezier maken! Als de cliënt een activiteit doet, doe dan mee en speel met hem of haar. We willen laten zien dat hun favoriete activiteiten nog leuker kunnen zijn als we meedoen. Na elke sessie moet je doorgaan met die positieve energie, zodat de cliënt je blijft zien als de leuke persoon.
Ik herinner me bijvoorbeeld dat ik als Behavior Technician, elke sessie begon met een leuke activiteit of meedeed aan wat het kind speelde. Tijdens een sessie, merkte ik dat mijn cliënt met puzzels speelde. Spelen met puzzels was een activiteit waarvan ik wist dat mijn cliënt graag deed, zelfs alleen. Na het voltooien van mijn voorbereidingen, ging ik naar mijn cliënt en deed mee aan de puzzel. Tijdens die speeltijd gedroeg ik me gek, speels en enthousiast, waar mijn cliënt echt van hield. Ik heb ook eenvoudige instructies met betrekking tot de puzzelactiviteit toegevoegd, zoals”Ooh waar gaat dit stuk naartoe?”, “Hoe zit het met deze?”, en “Wow! Wat heb je gemaakt?” Na elke positieve reactie die mijn cliënt gaf, prees ik enthousiast de reactie en ging ik kietelen. Dit liet mijn cliënt zien dat hun favoriete activiteit nog leuker kan zijn als ik meedoe. En met het toevoegen van dat extra plezier, werd het gemakkelijker om instructies te geven.
2. Let op de toon waarop je leerling positief reageert
Wanneer je begint te ‘pairen’, observeer dan op welke toon je cliënt positiever reageert wanneer je met elkaar omgaat en prijs hem of haar. Reageert je cliënt het beste op een speelse en opgewonden stem, zoals: “Dat was geweldig!!” of “Je hebt het gedaan!!” Of reageert je cliënt het beste op een rustige toon wanneer hij/zij wordt geprezen, zoals: “Je gaat zo goed” of “Je bent hier geweldig in.” Op basis van de toon waarop je cliënt het beste reageert, rol je met die toon tijdens je interacties en lof voor het ‘pairen.’
3. Wees proactief door de toegang tot de versterkers te behouden
Om proactief te zijn in het behoud van toegang tot de versterkers (‘reinforcers’) van de cliënt, vereist dit een verandering van de omgeving. Dit betekent dat u de ruimte in de omgeving van de leerling indeelt door materiaal en de locatie van de versterkers in jouw voordeel te verplaatsen. Door de ruimte te rangschikken, is het vervolgens via jou dat de cliënt toegang moet aanvragen om die items te hebben. Dit is erg belangrijk voor het proces van ‘pairing.’
Tijdens het midden van mijn sessie met mijn jonge cliënt stonden we bijvoorbeeld op het punt om te oefenen met schrijven en ik was proactief door de markers naast me te plaatsen. Ik was enthousiast toen ik mijn cliënt vroeg: “Welke kleur wil je kiezen?” Toen mijn cliënt de kleur oranje selecteerde, prees ik de keuze en overhandigde gekozen marker. Later, toen mijn cliënt om een blauwe stift vroeg, reageerde ik enthousiast: “Dat is ook een geweldige kleur! Eerst de oranje stift, dan blauw.” Mijn cliënt gaf me de oranje stift en we gingen weer verder. Zelfs toen ik controle had over de toegang tot de materialen en versterkers, heb ik nog steeds laten zien dat ik nog steeds leuk en speels kan zijn.